Nederland: hoogste CO2 concentratie in Europa
In Europa is de hoogste concentratie van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) te vinden boven het dichtbevolkte industriegebied tussen Amsterdam en Frankfurt.
Dit heeft de Universiteit van Bremen bekendgemaakt op grond van metingen met het deels Belgische instrument Sciamachy op de Europese milieusatelliet Envisat. De milieuwetenschappers zijn er naar eigen zeggen voor het eerst in geslaagd regionale, door de mens veroorzaakte, CO2-concentraties te identificeren.
Het onderzoek strekte zich over drie jaar uit en werd verricht met de Sciamachy, een Belgisch-Nederlands-Duits instrument op de ambitieuze Envisat-kunstmaan van het Europese Ruimtevaartbureau ESA, zo staat ook te lezen in het vakblad Atmospheric Chemistry and Physics Discussion. Het leert dat de hoogste concentraties CO2 zich boven het dichtbevolkte industriegebied bevinden dat zich uitstrekt van Amsterdam tot Frankfurt.
Interpretatie mogelijk
Maar Michael Buchwitz van de universiteit van Bremen universiteit beklemtoont dat de interpretatie van de gegevens moeilijk is, omdat er geen exact verband is tussen plaatselijke uitstoot van CO2 en plaatselijk gemeten atmosferische concentratie van koolstofdioxide. Dit heeft te maken met het feit dat CO2 op grond van zijn lange levensduur ver kan worden getransporteerd en dat de satellietmetingen niet “waterdicht” zijn.
Voorts is het zo dat er al zeer veel CO2 in de lucht is. Zelfs een sterke emissiebron zorgt niet voor een regionale verhoging ten opzichte van de achterliggende concentraties. Voorts wordt door de mens veroorzaakte emissie overlapt door seizoengebonden wijzigingen van de atmosferische concentratie CO2.
Aandeel mens
Om toch het aandeel van de mens te kunnen inschatten, ontwikkelden de vorsers mathematische modellen om de data van Sciamachy uit te werken. Het bleek dat regelmatige schommelingen overlapt werden door een continue stijging (van de emissies), wat hoofdzakelijk te wijten is aan de verbranding van fossiele brandstoffen. “Dat kunnen we duidelijk herkennen in onze satellietdata”, aldus Buchwitz.